Gare Maritime – De tuinen

Langs de wandelboulevards in de Gare Maritime kan je bosbaden op microniveau. Er zijn tien binnentuinen met tal van hoogstammige bomen. De verschillende plantensoorten groeien en bloeien met de jaargetijden mee. Vier thema’s zorgen voor een rode draad in dit groene geheel. Start je ontdekkingstocht …

…in de bloementuin.

« Il y a des fleurs partout pour qui veut bien les voir. » – Henri Matisse, kunstenaar

Bloemen staan centraal in deze kleur- en geurrijke tuin. Zowel de bomen als de struiken vertonen tijdens hun bloeiperiode prachtexemplaren in alle vormen en maten. Kom geregeld eens kijken want de planten zijn zodanig uitgekozen dat de verschillende bloeiperiodes elkaar zoveel mogelijk opvolgen. Je zal hier dus vaak nieuwe bloesems kunnen ontdekken. Let ook zeker op de verschillende soorten insecten in deze en andere tuinen. Omdat hun natuurlijke vijanden buiten spel blijven, leiden zij hier een luxeleven. Om een insecteninvasie te vermijden plaatsen we twee tot vier keer per jaar belagers en krijgen de bomen een repressieve winterbehandeling. Dat gebeurt steeds op ecologische wijze.

Bloemenpracht laag bij de grond

De bladeren van de Sycoparrodia semidecidua nemen in het najaar allerlei kleuren aan. In februari, helemaal aan het einde de winter, ruilt deze struik zijn blad in voor roodbruine bloemen. De eerste bloesems van het jaar!

Vanaf mei prijken er klokvormige bloementrosjes in geel en roze aan de Japanse klokjesstruik, of de Enkianthus campanulatus. In de herfst krijgen de bladeren van deze struik een dieprode kleur.

Aan de exotische kriebelende mirte, of de Lagerstroemia indica groeien grote pluimvormige bloemen in wit, roze, rood of paars. En dat vanaf de zomermaanden tot een eind in de herfst Kijk zeker ook eens naar de stam. Die schilfert af waardoor je de onderliggende bast kan zien. Goed voor een aantrekkelijke kleurenspel van bruingrijze en rozebruine tinten.

Bijzondere bomen met bijzondere bloemen

De Robinia x margaretta ‘Casque Rouge’ krijgt prachtige paarsroze bloemen in trossen die wel 15 cm lang kunnen worden. Je kan ze van mei tot juni komen bewonderen.

Ivoorwitte bloemen sieren de Magnolia grandiflora ‘Gallissonière’ van juli tot september, heel de zomer lang. Wist je dat de bloemblaadjes van de magnolia eetbaar zijn? Ze zouden een beetje naar gember smaken.

…in de geurtuin

“Door onze zintuigen open te stellen, wordt de kloof tussen ons en de natuur overbrugd.” – Dr. Qing Li, expert op het gebied van bosgeneeskunde.

Sluit even je ogen en adem diep in en uit. Focus op de geuren van de verschillende planten in deze tuin. Herken je ze? Kan je ze elders in de Gare Maritime ook onderscheiden? Welk gevoel wekken ze bij je op? Welke herinnering? In juni en juli zou je de sterke geur van de bloemsems aan de Gleditsia triacanthos f inermis, de enige hoogstammige boom in deze tuin, moeten kunnen onderscheiden. Een interessante soort, zowel om aan te ruiken als om naar te kijken. De bladeren van deze boom kleuren van bronsrood (bij het uitkomen) naar groen en geel (tegen de herfst). Na de bloei zal de boom het meest opvallen. Dan verschijnen er peulvruchten die makkelijk 40 cm lang kunnen worden.

Bomen die geen bomen zijn

De Pistacia lentiscus of de mastiekboom is niet echt een boom, eerder een grote struik. Niet alleen de bloemen geuren lekker. Ook de hars die af en toe op de stam verschijnt heeft aromatische eigenschappen.

Ook de Osmanthus burkwoodii of de schijnhulst is eigenlijk meer struik dan boom. Al kan deze plantensoort bijzonder groot worden. Tijdens de bloeiperiode van april tot en met mei trakteert deze plant ons op trossen met kleine witte bloemen die een zoete geur verspreiden.

Een struikje dat aan sinaasappels doet denken

Van april tot mei zou je in deze tuin de zoete geur van sinaasappels moeten kunnen onderscheiden. Nochtans zijn er nergens sinaasappelbomen te bespeuren. Het zijn de witte, stervormige bloemen van de Pittosporum tobira, of de Australische laurier, die je op het verkeerde spoor zetten. Dit is overigens de enige soort in de Gare Maritime die zelf haar bladeren kan oprollen.

Een vroegbloeier

De Sarcococca hookeriana ‘Humilis’ of de Vleesbes begint al in december te bloeien, tot eind maart. De kleine witte bloemen scheiden dan een zeemzoete honinggeur af. Vervolgens verschijnen er zwarte bessen aan deze laaghangende struik.

…in de grassentuin.

“I believe a leaf of grass is no less than the journey-work of the stars.” – Walt Whitman, dichter

Hier waan je je in Toscaanse contreien, waar de grasaren dansen bij het kleinste vleugje wind. Deze tuin bevat maar liefst zes verschillende grassoorten, die er elk seizoen net dat beetje anders uitzien. Mediterraans ogende kurkeiken (Quercus suber) doorbreken dit overdekte graslandschap in het klein. Vooral de stam van deze boomsoort valt op: grillig, met diepe groeven. De schors kan o.a. gebruikt worden om schoenzolen of wijnkurken mee te maken. Het samenspel van de verschillende strakke siergrassen en de grillige bomen maken dat deze grassentuin de meeste contrasten vertoont van alle tuinen in de Gare Maritime.

De familie Deschampsia

De Deschampsia cespitosa ‘Goldtau’, wordt vaak gebruikt in droogboeketten. Dit siergras schiet de hoogte in tijdens zijn bloeiseizoen, van juni tot oktober. De grassprieten krijgt dan ook mooie groen-tot geelkleurige pluimen.

De Deschampsia cespitosa ‘Bronzeschleier’ hoeft qua looks niet onder te doen voor zijn naamgenoot. Het is een middelgrote groenblijvende grassoort die bloeit van juni tot augustus.

De familie Molinia

De Molinia caerulea ‘Moorhexe’ of het pijpenstrootje zorgt voor een spectaculair kleurenspel in de herfst. De blauwgroene bladeren kleuren dan oranjebruin terwijl de paarsbruine bloempluimen een iets gelere kleur aannemen.

De bladeren van de Molinia caerulea ‘Heidebraut’, kleuren strogeel in de herfst. Zo vervolledigt deze grassoort het herfstpalet van zijn naamgenoot. De ‘Heidebraut’ wordt weliswaar een stuk groter: een volwassen exemplaar kan tot 1,5 meter lang worden.

Van groen naar blauw

De Hakonechloa macra, of de ‘Aureola’, is een bont siergras met een overhangend blad en lijkt een beetje op bamboe. Je kan er verschillende groentinten in onderscheiden. Deze grassoort staat aan het einde van de zomer in bloei en krijgt dan erg fijne bloeiaren. In de herfst kleurt hij oranje.

De Sesleria heufleriana wordt ook wel blauwgras genoemd. Het is een kleine siergrassoort met smalle, rechtopstaande, stekelige en ruwharige bladeren die blauw- tot groengrijs worden en een zilverachtige onderzijde hebben. De plant bloeit van april tot mei. De bloeiaren hebben eerst een roomwitte kleur die geleidelijkaan donkerpaars wordt.

…in de bostuin (schaduwtuin)

“I went to the woods because I wished to live deliberately.” – Henry David Thoreau, essayist

Ondanks de vele glaspartijen in de gerenoveerde Gare Maritime blijft het in de hal op sommige plaatsen eerder donker. Een schaduwrijke tuin komt hier dan ook mooi tot zijn recht. De boomkruinen zijn weinig transparant. Lager bij de grond hebben schaduwplanten het dan ook erg naar hun zin.

De Franse esdoorn

De Acer monspessulanum werd voor het eerst gespot in het zuiden van Frankrijk. Mons Passulanus is dan ook de Latijnse naam van de stad Montpellier. Het is een kleine boom die doorgaans groeit in droge, heuvel- of rotsachtige streken in het Middellandse Zeegebied. In de herfst kleurt het glanzende donkergroene blad opvallend geel. Deze boom staat in bloei van eind april tot begin mei en krijgt dan geelgroene bloemen die nadien plaatsmaken voor gevleugelde vruchten, de alom gekende ‘helikoptertjes’.

De Spaanse eik

De Quercus hispanica ‘Wageningen’ is een semi-wintergroene boom en een variant van de Spaanse eik, die van nature in Zuid-Europa voorkomt. In mei groeien er goudgele katjes aan deze eikensoort. Iets later verschijnen er langwerpige eikels.

 

Design Credits: